Massacompensatiekabel TP-GCC150

Massacompensatiekabel

De Massa-compensatiekabel TP-GCC150 bestaat uit een speciale massakabel, samen met drie bijbehorende krokodilleklemmen met verschillende afmetingen.

De 1.5 m lange massakabel heeft aan het ene uiteinde een 2 mm banaansteker dat in het GND-chassideel op de achterkant van de differentiële WiFiScope gestoken wordt. Het andere uiteinde heeft een 4 mm banaansteker waarop een krokodilleklem kan worden gezet die aan de massa van het testoderwerp wordt aangesloten.

Drie krokodilleklemmen met verschillende afmetingen zijn inbegrepen:

• Krokodillenklem TP-AC80I - Zwart
• Krokodillenklem TP-AC10I - Zwart
• Krokodillenklem TP-AC5 - Zwart

Wanneer moet de massacompensatiekabel gebruikt worden

De massacompensatiekabel tussen de differentiële WiFiScope en het te meten object is nodig als de differentiële WiFiScope verbonden is met de netspanningsadapter en/of USB-kabel en het te meten object niet geaard is.

Wanneer is de massacompensatiekabel niet nodig

De massacompensatiekabel tussen de differentiële WiFiScope en het te meten object is niet nodig als:

• de differentiële WiFiScope is uitgerust met optie SafeGround en een ingang naar single-ended is geschakeld SafeGround is actief).
• de differentiële WiFiScope op de ingebouwde accu werkt.
• het ingangsbereik van de differentiële WiFiScope is ingesteld op 20V of hoger.

Waarom massacompensatie

Netvoedingen hebben meestal onstorings-condensatoren van de netspanningingang naar de uitgangs van de netvoeding. Bij een apparaat dat door netvoeding wordt gevoed en dat niet geaard is, gaat het apparaat zweven ten opzichte van de aarde. Deze zweefspanning kan wel oplopen tot de netspanning. Echter is dit niet gevaarlijk omdat de stroom die kan lopen erg klein is.

Bij het meten met een differentiële WiFiScope kan je wel last hebben van deze zweefspanning omdat de ingangsimpedantie van de differentiële WiFiScope zeer hoog is, namelijk 1 MOhm.

Als de differentiële WiFiScope op batterij gebruik zal je hier geen last van hebben omdat de differentiële WiFiScope ook mee gaat zweven op de zweefspanning van het gemeten object.

Als de differentiële WiFiScope met de USB is verbonden of aan de netvoeding is aangesloten zal de zweefspanning voor een hoge common mode-spanning zorgen aan de ingang van de differentiële WiFiScope. De ingangen van de differentiële WiFiScope gaan dan klippen en je gaat dan rare meetverschijnselen krijgen.

Het common mode-bereik van de differentiële WiFiScope is 2 V (bij ingangsbereik 200 mV tot 800 mV), 20 V (bij ingangsbereik 2 V tot 8 V) en 200 V (bij ingangsbereik 20 V tot 80 V). Als je dus meet in het 200 mV-bereik en de zweefspanning wordt groter dan 2 V zal de meetingang van de differentiële WiFiScope gaan klippen en ga je vreemde signalen meten. Als je meet in het 20 V-bereik (of hoger) zal je veel minder last van de zweefspanning hebben omdat deze meestal kleiner is dan 200 V.

Wanneer de massa van de differentiële WiFiScope is verbonden met de massa van het te meten object, krijgen beide hetzelfde massaniveau. Er ontstaat dan geen (hoge) common mode-spanning als gevolg vna de zweefspanning. Er treden dan geen meetfouten op.