Een specifieke toepassing voor de Optellen / Aftrekken-I/O is een differentiële meting uitvoeren met twee kanalen. Als het hoog-signaal en het laag-signaal zijn gemeten, kan het differentiële signaal worden berekend door het laag-signaal van het hoog-signaal af te trekken.
Instellingen en acties
Om het gedrag van een Optellen / Aftrekken-I/O aan te passen zijn diverse instellingen en acties beschikbaar. Deze zijn beschikbaar via een popupmenu dat getoond wordt als met rechts op de I/O geklikt wordt in het objectscherm. De instellingen zijn ook beschikbaar via een instellingenscherm dat wordt getoond als op de I/O wordt dubbel geklikt in het objectscherm. Klik op de Toon objectscherm-knop om het objectscherm te openen.
Het instellingenscherm toont standaard alleen de meest gebruikte instellingen. Als Geavanceerd wordt aangevinkt, wordt het uitgebreide scherm met alle instellingen getoond. Zie ook de programma-instellingen.
Masker
Het Masker bepaalt welke bronnen worden opgeteld en welke worden afgetrokken. Dit masker bevat een '+'- of '-'-karakter voor elke bron. Standaard bestaat het masker uit alleen '+'-en en worden alle bronnen bij elkaar opgeteld. Om een bron af te trekken moet het corresponderende maskerkarakter op '-' worden gezet.
In de onderstaande tabel staan enkele voorbeelden van +- maskers.
Bronnen | Masker | Resultaat |
---|---|---|
2 | ++ | Bron1 + Bron2 |
2 | +- | Bron1 - Bron2 |
2 | -+ | Bron2 - Bron1 |
2 | -- | -Bron1 - Bron2 |
3 | +-- | Bron1 - (Bron2 + Bron3) |
6 | +-+--+ | (Bron1 + Bron3 + Bron6) - (Bron2 + Bron4 + Bron5) |