De EMI I/O voegt een nieuwe werkbalk met alle relevante instellingen toe aan de user interface van de software. Daarnaast geeft het toegang tot vier standaard limietlijnen (EN61326-1:2006 / EN55011:2007) die aan de grafiek kunnen worden toegevoegd, voor eenvoudige vergelijking.
De EMI I/O heeft vijf uitgangssignalen die in een grafiek getoond kunnen worden:
- Frequentiespectrum: het bepaalde frequentiespectrum van het gemeten ingangssignaal
- Group 1 Class A Radiated Emissions-limiet: Class A limietlijn volgens EN55011:2016
- Group 1 Class B Radiated Emissions-limiet: Class B limietlijn volgens EN55011:2016
- Group 2 Class A Radiated Emissions-limiet: Class A limietlijn volgens EN55011:2016
- Group 2 Class B Radiated Emissions-limiet: Class B limietlijn volgens EN55011:2016
De EMI I/O kan alleen worden gebruikt in combinatie met de volgende instrumenten:
- Handyscope HS6 DIFF - 1000XMEG
- Handyscope HS6 DIFF - 1000XMESG
- Handyscope HS6 DIFF - 1000XMEG-W5
- Handyscope HS6 DIFF - 1000XMESG-W5
- WiFiScope WS6 DIFF - 1000XMSG
- WiFiScope WS6 DIFF - 1000XMESG
- WiFiScope WS6 DIFF - 1000XMEG-W5
- WiFiScope WS6 DIFF - 1000XMESG-W5
- WiFiScope WS6 - 1000XME
- WiFiScope WS6 - 1000XMES
- WiFiScope WS6 - 1000XME-W5
- WiFiScope WS6 - 1000XMES-W5
Slechts een kanaal van een instrument met optie E kan worden verbonden met een EMI-I/O.
Instellingen en acties
Om het gedrag van een EMI-I/O aan te passen zijn diverse instellingen en acties beschikbaar. Deze zijn beschikbaar via een popupmenu dat getoond wordt als met rechts op de I/O geklikt wordt in het objectscherm.
De EMI-I/O voegt ook een nieuwe werkbalk met alle relevante instellingen toe aan de user interface van de software.
Continu
One shot
Mode
De EMI-I/O ondersteunt drie operationele modi:
Wissen
Ingangsbereik
- 0 .. 100 dBµV
- 20 .. 120 dBµV
- 40 .. 140 dBµV
Wanneer de Eenheid wordt veranderd, verandert de weergave van het ingangsbereik overeenkomstig.
Eenheid
- dB
- dBV
- dBmV
- dBµV
- dBµV/m (op 10m)
- dBm
Wanneer de eenheid wordt veranderd, wordt de as van de grafiek overeenkomstig aangepast, evenals de weergave van het ingangsbereik.
Minimum frequentie
Maximum frequentie
Zoomen
Via de werkbalk kunnen diverse horizontale zoom-acties uitgevoerd worden:
Resolutiebandbreedte
Window-functie
Om het effect van de spectral leakage te verminderen kan het ingangs-record voor de FFT vermenigvuldigd worden met een Window. Dit wordt windowing genoemd. Er kan worden gekozen uit diverse windows, die in de basis allemaal de zelfde actie uitvoeren: ze maken de uiteinden van het gemeten record vloeiender om de discontinuïteiten kleiner te maken. In de meeste gevallen zal het Flat top-window of het Blackman-Harris-window de beste resultaten geven. Als de gemeten data echter een exact geheel aantal perioden bevat ontstaan er geen discontinuïteiten en zal het rechthoek-window (ofwel geen window) het beste resultaat geven. De volgende window-functies zijn beschikbaar:
- Rechthoek
- Hanning
- Hamming
- Bartlett
- Parzen
- Welch
- Blackman
- Blackman-Harris
- Flat top
Het standaard geselecteerde window is Flat top.
Antenneverzwakking
De standaard waarde is 0 dB (geen verzwakking).
Probe-verzwakking
De standaard waarde is 0 dB (geen verzwakking).
Limietlijnen
Twee limietlijnen volgens EN61326-1:2006 / EN55011:2007 kunnen worden getoond in de grafiek:
ADC Spur-compensatie
De ADC die wordt gebruikt in de instrumenten veroorzaakt kleine spurs op specifieke frequenties in het spectrum. Deze spurs zijn klein en ver binnen de specificaties van het instrument. Door de hoge nauwkeurigheid van het spectrum kunnen ze echter wel zichtbaar zijn. Door ADC Spur-compensatie in te schakelen worden de spurs uit het frequentiespectrum gefilterd. Dit heeft echter ook gevolgen voor daadwerkelijke frequentiecomponenten in het gemeten signaal op die frequenties, deze worden dan met een verkeerde magnitude weergegeven.
ADC spur-compensatie staat standaard aan.