Histogram
De Histogram-I/O bepaalt een histogram van een signaal. Een histogram is een visuele representatie van de verdeling van data. Om een histogram te maken wordt het volledige bereik van waarden verdeeld in een reeks intervallen. Daarna worden de aantallen waarden die in de verschillende intervallen vallen geteld. De uitgang van een Histogram I/O kan worden gekoppeld aan een lege grafiek, een grafiek die al een histogram bevat of een tabel-sink.

Instellingen en acties

Om het gedrag van een Histogram-I/O aan te passen zijn diverse instellingen en acties beschikbaar. Deze zijn beschikbaar via een popupmenu dat getoond wordt als met rechts op de I/O geklikt wordt in het objectscherm. De instellingen zijn ook beschikbaar via een instellingenscherm dat wordt getoond als op de I/O wordt dubbel geklikt in het objectscherm. Klik op de Toon objectscherm Toon objectscherm-knop om het objectscherm te openen.

Histogram control

Het instellingenscherm toont standaard alleen de meest gebruikte instellingen. Als Geavanceerd wordt aangevinkt, wordt het uitgebreide scherm met alle instellingen getoond. Zie ook de programma-instellingen.

Bin-breedte

Om een histogram te maken wordt het volledige bereik van waarden verdeeld in een reeks intervallen, bins. De Bin-breedte bepaalt hoe breed elk interval is. De bin-breedte is omgekeerd evenredig met het aantal intervallen.

De standaard waarde voor de bin-breedte is Automatisch, waarbij de bin-breedte wordt bepaald uit het ingangsbereik en het aantal intervallen dat is ingesteld. Als een andere bin-breedte wordt ingesteld, wordt de instelling Intervallen op Automatisch gezet.

Intervallen

De instelling Intervallen bepaalt het aantal intervallen waarin het ingangsbereik verdeeld wordt. Het aantal intervallen is omgekeerd evenredig met de bin-breedte.

De standaard instelling voor het aantal intervallen is 256.

Auto range

Wanneer Auto range is ingeschakeld, wordt het histogram bepaald van het volledige bereik van waarden van het ingangssignaal. Wanneer het bereik van waarden van het ingangssignaal verandert, verandert het ingangsbereik van de histogram overeenkomstig.

Ingangsbereik

Het Ingangsbereik van het histogram definieert het bereik van de ingangsdata dat wordt verdeeld in intervallen. Het wordt bepaald door de boven- (Maximum) en onderlimiet (Minimum), die afzonderlijk ingesteld kunnen worden. Aanpassen van het ingangsbereik schakelt Auto ranging uit.

Inschakelen van Symmetrischforceert dat de twee limieten symmetrisch rond het nulpunt liggen. Aanpassen van een limiet zal ook de andere limiet overeenkomstig aanpassen.

Normaliseer

Wanneer Normaliseer is ingeschakeld, wordt het histogram zodanig omgerekend dat de som van de groottes van de bins 1 is.

Wissen

Wanneer de Histogram-I/O continu streaming data ontvangt, wodt het histogram bepaald over de volledige stream. De histogram-waarden die in ieder blok binnen komen, worden opgeteld bij de waarden van de voorgaande blokken. De knop Wissen wist de interne buffer van de Histogram-I/O, waarbij deze op nul gezet wordt.

De Wis-aktie is alleen beschikbaar als de Histogram-I/O streaming data ontvangt.