Een specifieke toepassing voor een Ideaal filter-I/O is het verwijderen van ongewenste frequenties, die verdere verwerking van het signaal negatief kunnen beïnvloeden, uit een meting.
Er zijn een paar beperkingen bij het gebruik van de Ideaal filter-I/O:
- Deze kan alleen gebruikt worden in blokmode-metingen, niet in streaming mode-metingen.
- Het werkt het best met een periodiek signaal waarvan een geheel aantal perioden is gemeten.
Instellingen en acties
Om het gedrag van een Ideaal filter-I/O aan te passen zijn diverse instellingen en acties beschikbaar. Deze zijn beschikbaar via een popupmenu dat getoond wordt als met rechts op de I/O geklikt wordt in het objectscherm. De instellingen zijn ook beschikbaar via een instellingenscherm dat wordt getoond als op de I/O wordt dubbel geklikt in het objectscherm. Klik op de Toon objectscherm-knop om het objectscherm te openen.
Het instellingenscherm toont standaard alleen de meest gebruikte instellingen. Als Geavanceerd wordt aangevinkt, wordt het uitgebreide scherm met alle instellingen getoond. Zie ook de programma-instellingen.
Type
De volgende filtertypen zijn beschikbaar:
- Laagdoorlaatfilter
- Hoogdoorlaatfilter
- Banddoorlaatfilter
- Bandsperfilter
Kantelfrequentie
De Kantelfrequentie bepaalt de frequentie waar geschakeld wordt tussen volledig doorlaten en volledig blokkeren van frequenties De kantelfrequentie is alleen in te stellen bij een laagdoorlaatfilter en een hoogdoorlaatfilter.
Centrale frequentie
De Centrale frequentie bepaalt het midden van de band die wordt doorgelaten dan wel gesperd. De centrale frequentie is alleen in te stellen bij een banddoorlaatfilter en een bandsperfilter.
Bandbreedte
De Bandbreedte bepaalt de breedte van de band rond de centrale frequentie, waar de frequenties volledig doorgelaten dan wel volledig geblokkeerd worden. De bandbreedte is alleen in te stellen bij een banddoorlaatfilter en een bandsperfilter.