Als een Dataverzamelaar samen wordt gebruikt met andere I/O's die de data bewerken, zijn er twee manieren om deze met elkaar te verbinden, elk met zijn voor- en nadelen:
-
Bewerk eerst de data met de I/O's en verzamel de uitkomst
De I/O's hoeven slechts (relatief) kleine blokken data te verwerken, waardoor de computer weinig belast wordt. De Dataverzamelaar hoeft alleen de al bewerkte data te verzamelen. Het nadeel is dat de originele data niet verzameld wordt; als later blijkt dat de data verkeerd bewerkt is, moet de meting opnieuw gedaan worden. -
Verzamel eerst de data en bewerk het geheel met de I/O's
De I/O's moeten de volledige data van de Dataverzamelaar bewerken, ook al is deze nog maar gedeeltelijk gevuld. Dit kan een grote belasting voor de computer veroorzaken, het kan zelfs voor afbreken van de stream-meting zorgen als de computer die niet meer bij kan houden. Het voordeel is wel dat de originele data bewaard blijft, waardoor deze in een later stadium alsnog op een andere manier bewerkt kan worden.
De eerste methode is in de meeste gevallen de aanbevolen methode. Als de oorspronkelijke data belangrijk is, is het altijd mogelijk deze te verzamelen in een tweede Dataverzamelaar.
Loggen naar schijf
Wanneer voor de instelling Wanneer vol de keuze Bewaar op schijf en wis is gekozen wordt iedere keer dat de Dataverzamelaar vol is een .TPO-bestand met daarin de Dataverzamelaar op schijf opgeslagen. Daarna wordt de Datavezamelaar gewist en begint hij weer te verzamelen. De bestandsnaam voor de .TPO-bestanden beginnen met de datum en tijd van het starten van de meting, gevolgd door een serienummer dat automatisch ophoogt iedere keer dat de Dataverzamelaar vol is. Daarbij wordt ook een indexbestand opgeslagen waarin wordt bijgehouden welke opgeslagen .TPO-bestanden bij een meting horen. De plaats waar deze bestanden worden opgeslagen is in te stellen in de programmainstellingen. Als de meting meer Dataverzamelaars bevat die allemaal naar schijf opslaan, worden deze in hetzelfde indexbestand opgenomen. Zodra de meting is gestopt, wordt ook het laatste, nog niet voltooide blok opgeslagen.
Als de meting rechtstreeks was gestart uit een datalogger-Quick Setup en meer dan een blok data is opgeslagen, wordt als de meting wordt gestopt een dialoog getoond die vraagt of alle opgeslagen data ingelezen en getoond moet worden.
Wanneer de meting handmatig was ingsteld zonder gebruik van een Quick Setup, kan het index-bestand in de Multi Channel oscilloscoop-software geladen worden, via
. Dit leest een blok van twee, drie of vier van de opgeslagen .TPO-bestanden in, afhankelijk van de datagrootte van de Dataverzamelaars. De ingelezen Dataverzamelaars worden samen in een grafiek getoond. Als de oorspronkelijke meting meer Dataverzamelaars bevatte, worden de .TPO-bestanden met overeenkomstige meettijden ingelezen en getoond. Ook wordt een speciale werkbalk getoond waarmee door de beschikbare .TPO-bestanden die bij de meting horen genavigeerd kan worden.
Door op het label op de werkbalk te klikken kan naar een specifieke positie in de meting gesprongen worden. Er wordt een dialoog getoond waarin de gewenste positie ingevuld kan worden.
Het is ook mogelijk handmatig alle .TPO-bestanden van een meting in te lezen in de Multi Channel oscilloscoop-software. Daardoor worden Dataverzamelaars gemaakt met de betreffende data er in. Als de verschillende Dataverzamelaars dan in één grafiek getoond worden, komen de verschillende stukken achter elkaar in de grafiek en kan een overzicht van de totale meting bekeken worden. Let wel dat afhankelijk van het aantal en de datagrootte van de Dataverzamelaars dit veel geheugen kan vragen.
Instellingen en acties
Om het gedrag van een Dataverzamelaar-I/O aan te passen zijn diverse instellingen en acties beschikbaar. Deze zijn beschikbaar via een popupmenu dat getoond wordt als met rechts op de I/O geklikt wordt in het objectscherm. De instellingen zijn ook beschikbaar via een instellingenscherm dat wordt getoond als op de I/O wordt dubbel geklikt in het objectscherm. Klik op de Toon objectscherm-knop om het objectscherm te openen.
Het instellingenscherm toont standaard alleen de meest gebruikte instellingen. Als Geavanceerd wordt aangevinkt, wordt het uitgebreide scherm met alle instellingen getoond. Zie ook de programma-instellingen.
Datagrootte
De instelling Datagrootte stelt de grootte ("record-lengte") van de Dataverzamelaar in. Diverse vaste waarden zijn beschikbaar, er kan ook zelf een waarde ingesteld worden. De maximale grootte van de verzamelde data is 50 miljoen samples (voor de 64-bit versie van de Multi Channel oscilloscoop-software, 20 miljoen samples voor de 32-bit versie).
Wanneer Vulmodus is ingesteld op Van rechts naar links, of Wanneer vol is ingesteld op Doorgaan, is de maximale datagrootte 1 miljoen samples.
Vulmodus
De Vulmodus-instelling bepaalt hoe de Dataverzamelaar gevuld wordt met data.
- Van links naar rechts: nieuwe data wordt toegevoegd vanaf de linker kant.
- Van rechts naar links: bestaande data wordt naar links geschoven, nieuwe data wordt aan de rechterkant toegevoegd. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de datagrootte is ingesteld op 1 miljoen samples of kleiner.
Wanneer vol
De instelling Wanneer vol bepaalt wat de Dataverzamelaar doet als het uitgangsblok vol is.
- Doorgaan: De oudste data wordt aan de linker kant weggeschoven, terwijl nieuwe data rechts wordt toegevoegd. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de datagrootte is ingesteld op 1 miljoen samples of kleiner.
- Stop: Het dataverzamelen stopt. (De meting wordt NIET gestopt.)
- Wissen: De Dataverzamelaar wordt gewist en het vullen start opnieuw.
- Bewaar op schijf en wis: De Dataverzamelaar wordt op schijf opgeslagen in een .TPO-bestand, de data wordt dan gewist en het vullen start opnieuw. Deze optie is niet beschikbaar wanneer de Vulmodus is ingesteld op Van rechts naar links.
- Overschrijven: Bestaande data wordt overschreven door de nieuwe data, startend aan de linker kant (rolmodus / roll mode). Deze optie is niet beschikbaar wanneer de Vulmodus is ingesteld op Van rechts naar links.
Wissen
De Dataverzamelaar kan handmatig gewist worden met de actie Wissen.